woensdag 25 februari 2015

Limoncello, niets boven zelfgemaakt!

Als je in de grote Eurodrink-winkels in Ventimiglia rondkijkt, zie je enorme schappen vol met allerlei soorten en maten limoncello, van goedkoop naar heel duur. In het begin kochten we nog wel eens een fles, maar dat is inmiddels alweer lang geleden. Nadat we een goed recept van iemand daar kregen, zijn we zelf aan de slag gegaan. En hoewel het niet moeilijk is, moet je wel het juiste recept hebben en gelukkig hebben we dat! Met als belangrijkste ingrediënt natuurlijk de onbespoten citroenen. Biologisch hoeft niet, maar onbespoten wel, omdat je niet het sap gebruikt, maar juist de schil en je moet er niet aan denken wat er in je limoncello gaat zitten als je bespoten citroenen gebruikt...

Er wordt altijd gezegd dat je de citroenen van de Amalfi-kust moet hebben voor de lekkerste limoncello. Maar ja, daar zijn we nooit. Dus op zoek naar citroenen op de markten van Ventimiglia en San Remo. Daar leerden we dat er niet altijd onbespoten, lokale, citroenen zijn, maar dat we goed op moeten letten wanneer er geoogst wordt. Dat is meestal 3x per jaar, dus daar houden we rekening mee. Dan zijn de citroenen prachtig, met sappige schillen en mooie kleuren. Soms klein, soms onmogelijk groot, niet geschikt voor normale consumptie, maar perfect voor limoncello. Elke marktkoopman verkoopt dan citroenen van zijn eigen land en prijst ze uit alle macht aan, snijd de schilletjes eraf om te laten zien hoe sappig ze zijn en iedereen heeft natuurlijk de beste citroenen van de regio. Wij lopen daar dan vrolijk rond met rugzakken en tassen en graaien overal de mooiste citroenen vandaan, kilo's en kilo's. En dan thuis aan de slag! Schillen, schillen en nog eens schillen. Zo dun mogelijk, anders wordt de limoncello veel te bitter. En het resultaat: kramp in je handen, een huis dat dagenlang naar citroen ruikt (mmm, heerlijk dus) en na een paar weken: de lekkerste limoncello die je kunt bedenken: fris, een klein bittertje, niet te zoet en lekker sterk. Een feestje bij de koffie na het eten!





Zie ook: Mijn Passie voor Italië

zaterdag 21 februari 2015

Iedereen doet 't!

Iedereen blogt... dus blog ik ook maar. Weer van alles uitzoeken, hoe werkt dit, waar staat dat, wat gebeurt er nu... Eigenlijk helemaal niet leuk, maar ja, iedereen doet 't!

Maar waar ga ik het dan over hebben? En heb ik nog wel iets nieuws te vertellen?

Ik kijk op dit moment uit mijn raam en zie een ekster druk bezig met het bouwen van een nest. Hoog in een boom in de tuin van de buren. Dat wordt een eksterfeestje van de zomer. Ondertussen pieker ik over het onderwerp van mijn blog...

Mijn passie is Italië. Het land, de mensen, de natuur, het eten, de cultuur, de bergen, de zee, de sfeer, Liguria, Bajardo. Daarom kook ik zo graag Italiaans en vind ik het leuk mensen daarvan mee te laten genieten. Het is een uitdaging de echte Italiaanse keuken te presenteren, echte Italiaanse gerechten te koken en de Italiaanse sfeer over te brengen, waar wij ook zo van genieten als we daar zijn. En we proberen er vaak te zijn. In Bajardo, in Liguria, met de Alpen in onze rug en een fraai uitzicht op de Middellandse Zee. Wat een voorrecht!

Bajardo! Al wandelend ontdekt in 2007, direct een klik. Geluncht in Ristorante Jolanda, bij Massimo. Het restaurant met het uithangbord van Breda Bier. We namen geen 4-gangen diner, kom op, het was een lunch, we moesten nog een heel stuk lopen. En dat vonden ze eigenlijk maar niets. Bajardo, een dorp met zo'n 200 inwoners. Eén straat waar je met de auto doorheen kan. Tot de borgo, de oude stad, met de hobbelige straatjes naar het hoogste punt van het dorp, op 900 meter, waar de restanten van de kerk staan die instortte bij een aardbeving, terwijl bijna het hele dorp daar bijeen was. Dramatisch, maar nu een prachtige, romantische plek met een fraai uitzicht. 

Bajardo, we zijn er verliefd op geworden en hebben er een huisje gekocht. Ons tweede thuis, onze tweede familie, van bewoners en gasten van allerlei nationaliteit, die net zo verliefd zijn als wij.